Oefeningen praktijkexamen brommobiel
Voor het praktijkexamen brommobiel zijn twee groepen van zes oefeningen mogelijk. De examinator laat je één van beide groepen uitvoeren. Je krijgt voor alle oefeningen een herkansing, mocht het de eerste keer niet lukken. Uiteindelijk moet je vijf van de zes oefeningen voldoende afsluiten. Dus je laat de examinator op overtuigende wijze zien dat je de brommobiel voldoende beheerst om veilig en correct aan het verkeer deel te nemen.
Om te slagen moet je in totaal vijf van de zeven verschillende oefeningen succesvol afronden. Daarbij voer je in de clusters twee tot en met vier minimaal één oefening correct uit. Dus je laat de examinator op overtuigende wijze zien dat je de motor beheerst bij lage en hoge snelheid. En dat je goed kunt remmen.
Groep 1:
Halve draai linksom
Je keert de brommobiel in één keer in een vloeiende lijn (naar links) binnen de beschikbare ruimte. Die doe je vanuit een vooruitrijdende beweging. Hierbij rijd je met een gelijkmatig tempo. En je stuurt vlot bij lage snelheid.
Fileparkeren voorwaarts
Je laat zien dat je binnen een beperkte ruimte handig en beheerst de brommobiel parkeert. Daarna rijd je weer weg.
Vakparkeren achterwaarts
Met een gedoseerde snelheid parkeer je de brommobiel recht in het vak. Met een korte beweging naar rechts rijd je daarna vooruit uit het vak weer weg.
Precisiestop
Je voert een gelijkmatige remming uit met een vooraf bepaalde lengte. De snelheid hierbij is 35 km per uur.
Stop in een bocht
Met een snelheid van 30 km per uur rijd je een bocht in. Op een teken van de examinator breng je de brommobiel door krachtig remmen tot stilstand. Hierbij mag de brommobiel niet uit koers lopen. De wielen mogen niet blokkeren.
Keren door middel van steken
Je keert de brommobiel vlot in een denkbeeldige, niet te brede straat. Hierbij stuur je vlot bij lage snelheid en je stuurt niet bij stilstand.
Groep 2:
Recht achteruit rijden
In deze oefening wordt jouw koersvastheid beoordeeld. Hierbij moet de overige voertuigbediening onafhankelijk blijven gebeuren. Over een afstand van 20 meter rijd je in een rechte lijn achteruit naar een vast punt met een gelijkmatige snelheid. Hierbij mag je licht corrigeren door middel van kleine stuurbewegingen. Je stopt de brommobiel met de achterzijde binnen een halve meter van het opgegeven punt.
Fileparkeren achterwaarts
Je laat zien dat je binnen een beperkte ruimte handig en beheerst de brommobiel parkeert. Daarna rijd je weer weg.
Vakparkeren voorwaarts
Met een gedoseerde snelheid parkeer je de brommobiel recht in het vak. Daarna rijd je met een korte beweging naar rechts achteruit uit het vak weg.
Uitwijkoefening
Deze oefening doe je met een geringe snelheid en correct sturend. Hierbij ligt de nadruk op de stuurbeheersing.
Noodstop
Je voert een maximale remming uit zonder de controle over de brommobiel te verliezen met een snelheid van 40 km per uur.
Stop in een bocht
Met een snelheid van 30 km per uur rijd je een bocht in. Op een teken van de examinator breng je de brommobiel door krachtig remmen tot stilstand. Hierbij mag de brommobiel niet uit koers lopen. De wielen mogen niet blokkeren.
De uitslag
Direct na afloop van de oefeningen krijg je op het exemamenterrein, de oefenbaan van Hielkema Verkeersschool dus, te horen of je geslaagd bent. Als je geslaagd bent, kun je ná de examendag je brommobielrijbewijs aanvragen bij de gemeente waar je woont.
Tip van Hielkema Verkeersschool:
Bekijk het filmpje van het CBR over het praktijkexamen Brommobiel